Longyearbyen op de Noorse archipel Spitsbergen is een opmerkelijk stadje. ’s Winters is het gedurende vier maanden donker, ’s zomers gaat de zon vier maanden niet onder.
Het stadje telt 2.100 inwoners, de streek heeft meer ijsberen dan mensen en het ecotoerisme floreert als nooit tevoren. Maar het is ook ’s werelds meest cruciale plek voor de landbouw.
Begraven in het binnenste van een berg in de Noorse Svalbard-archipel ligt de Wereldzadenbank verscholen, een bunker waar de back-ups worden bewaard van elk denkbaar voedselgewas waar de mensheid zich mee in leven houdt. De Wereldzadenbank – ook wel de Ark van Noach genoemd – is zo gebouwd en ontworpen dat de zaden van de kluis beschermd zijn tegen zonlicht, aardbevingen, vulkaanuitbarstingen, oorlog en overstroming.
De bedoeling van de kluis is dat in geval van een mondiale ramp, de mensheid over zaden beschikt om landbouw te kunnen blijven bedrijven.
Maar Longyearbyen is niet lang zo onkwetsbaar als de wetenschappers aanvankelijk dachten toen ze de kluis in 2008 in gebruik namen. Een recent rapport van het Noors Klimaatcentrum (NCCS) waarschuwt dat de stijgende arctische temperaturen een bedreiging vormen voor de kluis en de omgeving.
Vijf deuren met gecodeerde sloten
Op dit moment bevat de kluis zo'n 983.500 zaden vanuit zo ongeveer elk land ter wereld, aldus de Crop Trust, een NGO die samen met de Noorse regering de kluis beheert. De NGO noemt de kluis de "ultieme levensverzekering voor de mondiale voedselvoorziening".
De zaden zijn verpakt in drielaagse folieverpakkingen die in dozen in de kluis liggen opgeslagen. Wetenschappers kunnen de kluis alleen in via een 122 meter lange tunnel. Om zaden af te leveren, moeten ze door vijf deuren met gecodeerde sloten.
De luchttemperatuur binnen de kluis is constant en ligt net iets onder nul graden Fahrenheit (dat is -18 graden Celsius). De kluis is zo ontworpen dat zelfs als de elektriciteit uitvalt, de kostbare lading nog zo'n 200 jaar bevroren blijft. Dit kan doordat de kluis zich 91 meter binnen in een berg bevindt en begraven ligt in de permafrost, de laag die het hele jaar door bevroren blijft.
Althans, dat zou zo moeten zijn. Want dit ingenieuze ingebouwde koelsysteem begint mankementen te vertonen.
De natuurlijke ijskast van de Ark begint te smelten
Dankzij recordtemperaturen en hevige regenval liep in 2017 smeltwater de tunnel in. Gelukkig bereikte het water de zaden niet.
"Veel water liep het begin van de tunnel in en bevroor daar. Het was alsof je een gletsjer binnenkwam", zei beheerder Hege Njaa Aschim destijds tegen the Guardian. "Het is de vraag of dit verergert of dat het hierbij blijft."
Sindsdien zijn de arctische temperaturen echter blijven stijgen als gevolg van opwarming, en daardoor dooit ook de permafrost. Een nieuw rapport van het Noors Klimaatcentrum waarschuwt dat de kluis nóg ernstiger bedreigd wordt dan in 2017.
Volgens de auteurs van het rapport zullen de omringende luchttemperaturen in het jaar 2100 met 18 graden Fahrenheit gestegen zijn bij gelijkblijvende broeikasgasemissies. Ze waarschuwen ook dat zware regenval in het gebied rond Spitsbergen vaker zal voorkomen, met 45 tot 65 procent meer neerslag per jaar dan wat nu gangbaar is. En meer water betekent natuurlijk ook: meer smelten, overstromingen en lawines.
Bovendien meldden de wetenschappers dat Spitsbergen de warmste permafrost heeft van het hoge noorden van het Noordpoolgebied. Als de uitstoot doorgaat, zal de permafrost aan de oppervlakte (iets minder dan 9 meter diepte) in West-Svalbard naar verwachting ontdooien en misschien wel volledig verdwenen zijn in de volgende eeuw.
Zelfs wanneer de uitstoot omlaag gebracht wordt, zoals overeengekomen in het Klimaatakkoord van Parijs, zal de arctische permafrost naar verwachting met 45 procent krimpen, aldus een rapport van de VN. En dat kan een feedbackloop doen ontstaan waarin opgeslagen CO2 vrijkomt in de atmosfeer, die daardoor nóg sneller opwarmt.
Onlangs verklaarde Aschim tegenover CNN dat "we de permafrost niet langer kunnen vertrouwen".
Inger Hanssen-Bauer, die aan het rapport meewerkte, zei tegen CNN dat het klimaat in Longyearbyen waarschijnlijk sneller opwarmt dan waar ook ter wereld. De gemiddelde temperatuur bedroeg 120 jaar geleden nog 18 graden Fahrenheit, sindsdien is het gemiddelde gestegen met bijna 7 graden Fahrenheit. Dat is bijna het drievoudige van de wereldwijde gemiddelde stijging van om en nabij de 1,8 graden Fahrenheit (1 graad Celsius).
Met het oog op die risico's en uitdagingen krijgt de kluis de nodige en peperdure upgrades. Kostte de bouw van de kluis aanvankelijk 8 miljoen euro, naar schatting zal met de aanpassingen een bedrag van 10,6 miljoen euro gemoeid zijn.
Wat deze upgrades zijn? De aanleg van een nieuwe betonnen toegangstunnel en een station voor noodaggregaten en koeleenheden.
"Het is een grote en belangrijke taak om het genetische materiaal te beschermen waar onze mondiale voedselvoorziening van afhankelijk is", zei de Noorse minister van Landbouw en Voedsel Jon Georg Dale vorig jaar nog.
Noorse regeringsfunctionarissen hebben nog niet gezegd wanneer de upgrades voltooid zijn.